Biografie 1940-1960

In 1940 verscheen zijn eerste bundel Subjectieve Reportage en Dag- en nachtlawaai (De Vrije Bladen, Leopold - Den Haag). Na het HBS examen ging Lehmann door voor het Staatsexamen Gymnasium Alpha, waarvoor hij in 1941 slaagde.

Een jaar eerder was Lehmann naar Utrecht verhuisd, waar hij korte tijd het huis aan de Parkstraat deelde met Max de Jong, die hem inroduceerde bij Gertrude Pape en Theo van Baaren. Later, ook toen hij in Amsterdam en Leiden woonde, bezocht Lehmann geregeld bijeenkomsten bij Gertrude Pape in de woning aan de Bemuurde Weerd en bracht er gewoonlijk ook de nacht door. Andere geregelde bezoekers daar waren o.a. Emile van Moerkerken, Chris van Geel en Cees Buddingh. Hier ontstond ook het (legendarische) Surrealistische Tijdschrift De Schone Zakdoek, waarvan het eerste nummer in april 1941 verscheen. Sommige nummers hadden een speciaal thema, zoals surrealisme of limmericks.
Tussen begin 1942 en 1944 verscheen er elke twee maanden een dubbelnummer. Door de oorlogssituatie was het daarna nauwelijks mogelijk om samen te komen. Er verschenen 36 nummers, samen goed voor 1200 pagina’s.

Vanaf het eerste oorlogsjaar werkte hij mee aan De Schone Zakdoek, waarvan Theo van Baaren en Gertrude Pape de redactie vormden. In de tweede aflevering, dat verscheen in mei 1941 in een oplage van één exemplaar, publiceerde Lehmann tien gedichten, waaronder El Greco.

Na de oorlog ging Lehmann Rechten studeren in Leiden. In 1947 verscheen Verzamelde gedichten bij de vermaarde uitgeverij van Alexander Stols (Den Haag).

In 1953 begon hij in Amsterdam de studie Klassieke talen, als opstap voor Archeologie, de richting waar zijn belangstelling naar uit ging. Hij had een vrolijke tijd bij het corps: ‘In Leiden was ik student, in Amsterdam studeerde ik.’
Vanaf het moment dat hij betrokken raakte bij de opgraving van een Romeins scheepswrak in de Betuwe, richtte hij zijn belangstelling op de scheepsarcheologie.Om in zijn onderhoud te voorzien was hij in de vijftiger jaren korte tijd werkzaam als copywriter. De reclame kon hem echter niet boeien. Later legde hij zich toe op het schrijven van (boeken)kritieken (vnl. in Laspoort) en het vertalen van toneelstukken en romans uit het Frans en het Engels, onder meer de omstreden debuutroman van J.P. Donleavy, The ginger man (De rosse bietser)... Ook tijdens zijn studie ging Lehmann door met dichten en schrijven. Hij schreef over architectuur, zeegeschiedenis en de steden, waarmee hij op zijn vele reizen kennismaakte.

Groepsfoto: de samenstellers van De Schone Zakdoek, vlnr: E. van Moerkerken, Theo van Baaren, Gertrude Pape en voor Carry van den Heuvel en Louis Lehmann.

1943

Zakdoek
Foto: Emiel van Moerkerken / Copyright: Fotoarchief Van Moerkerken